Faalangst

Faalangst komt in alle lagen van onze bevolking voor, jong en oud. Jonge kinderen hebben er last van maar ook veel volwassenen kampen met faalangst. Je kunt het herkennen als mensen niets durven te doen en zich terugtrekken maar ook kan het zijn dat volwassenen veel controle willen hebben.
Bij faalangst ben je erg gericht op je omgeving waardoor het alleen maar sterker en erger word.
Hoogsensitieve mensen zijn extra vatbaar voor faalangst. Dit komt omdat een HSP-ér van nature zich verplaatst in het perspectief van de ander. Je ziet jezelf door de ogen van de ander. En omdat je kritisch aangelegd bent, vermoed je al snel een negatieve kijk aan de andere kant.
Je goed kunnen verplaatsen in een ander is een positieve eigenschap maar heeft dus ook een schaduwkant.
De mensen die zich er niets van aantrekken van wat een ander vindt, zal dus minder snel last hebben van faalangst.
HSP-érs zijn dus erg empathisch maar ze dienen wel uit te kijken dat ze niet in de valkuil stappen, de valkuil faalangst.
Heel vaak vermoed je een negatieve kijk bij de ander maar meestal blijkt dit bij navraag helemaal niet te kloppen.
Als je bv iemand strak aankijkt, kan dit voor jouw gevoel een afkeuring betekenen. Maar het kan ook zijn dat iemand zich concentreert, buikpijn heeft of heel ergens anders is met zijn of haar gedachten.
Veel onzekerheden zijn gebaseerd op een onjuiste aanname. Dit geldt voor iedereen, HSP of niet! Daarom altijd ANNA, dit betekent Altijd Navragen, Nooit Aanname.
Maar het kan ook voorkomen dat je daadwerkelijk negatieve reacties krijgt. Als je 10 positieve reacties krijgt en 1 negatieve, blijft de aandacht vooral gericht op die ene negatieve.
Als 10 mensen je leuk vinden en eentje niet, blijft je de negatieve reactie van die ene persoon het beste bij je in jouw gedachte.
Bij kinderen ligt het percentage 10% die met faalangst te kampen hebben. echter bij HSP-érs ligt dit op 60%. Dit komt omdat ze een inschatting maken van álle risico’s in een situatie. Ze mijden deze risico’s omdat ze alles in één keer goed willen doen.
De angst om fouten te maken weerhoudt hen ervan (nieuwe) activiteiten te ondernemen.
Naast het feit dat HSP-ers een groot empathisch vermogen hebben, is ook hun diepe verwerking een reden voor faalangst.
Zij zien meer wat er mis kan gaan en welke gevolgen dat zou kunnen hebben. Ze voelen een enorme druk om het in één keer goed te doen.
De niet HSP-érs merken dit minder snel op en reageren ook minder impulsief.
Faalangst hoort dus bij hoog sensitiviteit en zij zullen dus ook sneller faalangst ontwikkelen.
Het lijkt nu alsof het een nadeel is om een HSP-ér te zijn, maar dit is niet zo. Een voordeel met HSP-érs is, dat zij in hun werk juist meer gewaardeerd worden. Zij zijn betrouwbaar, geven goed gefundeerde antwoorden en hebben hun werk op tijd af. Deze mensen HSP-érs zijn de beste werknemers maar zijn in tegenstelling toch erg onzeker.
Dit kost een HSP-ér namelijk ontzettend veel energie!
Het stomme van faalangst is dat het extra mis gaat als je zelf bang bent. Je roept dat wat je denkt en verwacht dus zelf op. Als je denkt dat je een stom kind bent, gedraag je je ook als een stom kind. Iedereen verwacht dit al dus doe je bij voorbaat al dat wat anderen toch al van jou verwachten.
Je vergeet dingen, je gaat blozen, het lukt niet meer. Je stresssysteem slaat gelijk op hol. Waardoor je er heel veel last van kunt hebben.
Als je bv zenuwachtig bent voor een optreden, gaan je vingers trillen, je kijkt angstig rond, gaat ijsberen, etc. en je voelt je onevenwichtig. Je bent je ook erg bewust van de mensen die naar je kijken, een muziekleraar die op je let of je het wel goed doet.
Nou, dan is de kans al heel groot dat er ergens iets mis gaat. En ook al gaat het op zich goed, het ene kleine momentje dat het mis gaat, slaat in als een bom. Dit is ook het enigste wat dan in je hoofd blijft hangen.
Als je al als klein kind het beeld hebt dat je verlegen bent of nu eenmaal geen feestbeest, stopt je ontwikkeling op dat gebied. En kan het de rest van je leven je beïnvloeden. En als je vaker van dit soort dingen hoort, kun je alleen nog maar falen.
Het geven van complimenten kan faalangst juist weer in de hand werken omdat diegene het gevoel heeft dat de verwachtingen wel erg hoog liggen.
Denkfouten bij faalangst:
• De lat te hoog leggen.
Sommige mensen leggen op voorhand de lat zo hoog, dat ze eigenlijk niets anders kunnen doen dan falen. Belangrijk is om te kijken wat meer realistische doelen zijn die wel haalbaar zijn. Op deze wijze boek je succeservaringen en krijg je meer zelfvertrouwen.
• Gedachtenlezen.
Dit komt vooral voor bij mensen die angstig zijn in sociale situaties. Je denkt te weten wat anderen denken. Je leest bv gezichtsuitdrukkingen en verbindt daar conclusies aan. Maar je kunt nooit zeker weten wat een ander denkt, dat weet je pas als je het gevraagd of gecheckt. Dat gaan we testen door echt navragen bij de ander of jouw gedachte wel klopt.
• Negatieve dingen enorm uitvergroten.
Ook al gebeuren er positieve dingen, als er iets negatief gebeurt, heeft dat veel impact op je. De gebeurtenis krijgt onevenredig veel gewicht. Probeer in te zien dat het evenwicht zoek is en de impact ervan te verkleinen. Leer te kijken zonder vergrootglas, om dingen in perspectief te zien en op werkelijke waarde te schatten.
• Het niet willen zien van positieve dingen.
Wanneer je een negatieve overtuiging hebt, ben je geneigd om alleen maar negatieve bewijzen te zien die jouw overtuiging bevestigen. Op die manier blijft het in stand. Tegenbewijzen zie je gewoon niet, die zie je over het hoofd. Je selectieve waarneming kun je leren te doorbreken door ook de focus te leggen op positieve dingen, waardoor de negatieve overtuiging ontkrachtigd wordt.
Aanwijzingen om faalangst te verminderen bij kinderen:
- Heb begrip voor de angst van het kind.
Als je de angst wegwuift, voelt je kind zich niet serieus genomen en vertoont het meer weerstand. Door begrip voor de faalangst te benoemen helpt het kind ook zichzelf te begrijpen. - Praat over wat er fout kan gaan en hoe daarmee om te gaan. Dit voelt wellicht tegennatuurlijk omdat je je kind niet wil “bezwaren” met alle risico’s. Echter, dit heeft het allang zelf bedacht! Door erover te praten worden de nadelen minder beangstigend. Vraag en bespreek opties wat het kind kan doen of zeggen.
- Leg niet te veel nadruk op prestaties.
Je kind wil immers alles in één keer goed doen. Het mag juist leren dat je fouten mag maken. Prijs vooral de poging en de manier waarop het alles heeft aangepakt en hoe het de volgende keer kan verbeteren en/of uitbreiden. - Benoem ook de voordelen.
De angst om het niet goed te doen kan de leuke kanten van de activiteit overschaduwen. Benoem
de voordelen zonder dat het als dwang wordt ervaren om deel te nemen. Vraag ook wat het kind er zelf leuk aan zou kunnen vinden, zo komt het zelf in een andere gedachtestroom. - Geef je kind invloed op hoe hij of zij het wil proberen.
Je kind ervaart meer controle als het zelf de voorwaarden kan en mag bepalen. Vraag wat het nodig heeft om de activiteit te proberen. Sommige kinderen willen je hulp, dat de knuffel mee mag of dat ze op elk moment mogen verstoppen.
Bron: HSP Magazine nr. 7
Rosanne van Kaathoven kinderpsycholoog
Heeft u last van faalangst?
Heeft uw kind last van faalangst?
Neem contact op met Praktijk Imala
Gespecialiseerd in HSP
Ook voor bedrijven.
www.praktijk-imala.nl
https://www.facebook.com/PraktijkImala/
Mob. 06-51032104